Ireen Wust krijgt de laatste instructies van haar coach, Gerard Kemkers.
De training in Hamar zit er bijna op. De laatste voordat morgen het WK allround echt gaat beginnen. Aan de overkant van de ijsbaan vormen wat schaatsers bij een paar pylonnen op het ijs een rijtje. Wat blijkt, de deelnemers kunnen oefenen op de start. Zonder dat hun coach 'Pang!' hoeft te roepen, maar met een heus startpistool.
Concentratie. 'Ready?' Door de knieën. Knal en weg zijn ze. Een paar meter maar, hooguit vijftig. Even dat gevoel krijgen, je even verplaatsen in de wedstrijd van morgen.
Opvallend is dat het met name de schaatsers uit het Oranje-kamp zijn die van de proefstarts gebruik maken. Tom Prinsen bijvoorbeeld. Ontevreden over zijn eerste uitvoering meldt-ie zich snel weer bij de starter. Het gevoel, bij de schaatsers o zo heilig, moet goed zijn. Het schot klinkt en weg is Prinsen. Zijn coach knikt dat het goed is.
Het mes snijdt aan twee kanten. De schaatsers kunnen alvast wennen aan de starter. Wat voor'n ritme heeft-ie, hoe lang moet stil gestaan worden voordat het schot klinkt? En voor de starters is het ook een goede oefening. Zij zien het ritueel dat bij iedere schaatser weer anders is. En nou maar hopen dat de pistolen dit weekeinde gewoon werken.
