Thomas Dekker heeft bij Rabobank zijn contract opengebroken en verlengd tot 2007 en verhuist om trainingstechnische redenen naar Italië.
„Ik heb alles gekregen wat ik wilde", sprak Thomas Dekker na de officiële presentatie van de Rabobankploeg in het Rotterdamse sportpaleis Ahoy'. Hij zei het alsof het de gewoonste zaak van de wereld is voor een wielrenner van 21 jaar. Maar Dekker is zich er maar al te zeer van bewust dat hij geen gewone renner is. Na zijn debuutjaar, waarin hij zijn aangeboren klasse bevestigde, stonden alle grote ploegen voor hem in de rij. Dan heb je bij de ploegleiding wat te eisen.
Hij kreeg een fors verbeterd contract tot eind 2007. Directeur Theo de Rooij had hem graag langer vastgelegd, maar Dekkers wil is wet. Voor de uitstraling van de Nederlandse ploeg was het, nu Michael Boogerd en Erik Dekker in hun nadagen zijn beland, van cruciaal belang dat het zelfverzekerde toptalent behouden bleef. Daarom werd ook de wens van Dekker om trainingstechnisch zijn eigen weg te volgen knarsetandend ingewilligd. Ook al gaat hij in zee met een omstreden Italiaanse arts.
De jonge Noord-Hollander verhuist binnenkort naar Viareggio, in de buurt van Pisa. Daar woont Luigi Cecchini, een man met een illustere klantenkring in het peloton. Dekker gaat trainen aan de hand van zijn schema's. Hij kwam met Cecchini in contact via zijn manager Jacques Hanegraaf.
De Italiaan werkte in het verleden met veel toprenners, onder wie Gianni Bugno, Rolf Sörensen, Michele Bartoli, Bjarne Riis, Tyler Hamilton, en traint nu nog Jan Ullrich, Ivan Basso, Alessandro Petacchi en Damiano Cunego. Enkele malen werd de Toscaanse arts in verband gebracht met doping.
Ploegleider Erik Breukink is zich bewust van de reputatie van Cecchini. „Als je het verbiedt, doen ze het achter je rug om. Een risico? Dan zitten we met 26 risicogevallen. Het eerste waar we met Thomas over gesproken was dat hij alleen qua training door hem wordt begeleid."
Volgens Breukink is Dekker vooral gestreeld dat de Italiaanse dokter hem wil toelaten tot zijn selecte clientèle. Dekker beaamde dat. „Ik weet wat er altijd geschreven is over Italiaanse artsen, maar ik wil door hem trainingstechnisch begeleid worden. Hij werkt niet zomaar met iedereen. Hij heeft mij eerst getest. Het is mooi dat zo'n man zo veel vertrouwen in mij heeft."
Aan de hand van Cecchini wil hij zich vooral verbeteren in het tijdrijden. Bij Rabobank heeft hij ook gevraagd om windtunneltesten en meer aandacht voor het materiaal. In Italië wil hij ook specifieker op klimmen gaan trainen. „Als je mij kunt vertellen waar in Nederland een heuvel van 15 kilometer ligt, hou ik me aanbevolen. Als je als prof wilt slagen, zul je naar het buitenland moeten."
Dekker kiest bewust voor zijn eigen weg. Hij laat zich niets gelegen liggen aan de cultuur bij de Rabobank waar jonge renners vaak al blij zijn met een profcontract. „Ja, maar ik streef het allerhoogste na." Afgelopen jaar klaagde hij over het gebrek aan planning bij Rabobank. Ook moest hij zich nog regelmatig schikken in de hiërarchie. Dat is verleden tijd. Al in november kwam hij met Breukink een programma overeen. Daarop staan voornamelijk grote koersen, van Parijs-Nice, Milaan-Sanremo, Amstel Gold Race, Luik-Bastenaken-Luik tot de Ronde van Frankrijk.
„Ik snap dat het voor de ploegleiding ook niet altijd gemakkelijk is met iemand als mij. Ik kwam als twintigjarige binnen, had gelijk een grote mond en rijd het liefst twee koersen op een dag. Ik was altijd gewend dat alles om mij draaide en ineens kwam ik in een ploeg met een bepaalde hiërarchie. Maar ze kennen me nu en ik heb vertrouwen in hen. Anders had ik toch niet bijgetekend?"
Bron: Trouw.nl
Dat Thomas met Cecchini in zee gaat die de zelfde bedenkelijke reputatie heeft als Ferrari is natuurlijk een teken aan de wand. De afspraak met Breuking dat de samenwerking alleen om trainingstechnische reden is aangegaan is natuurlijk een maskeringsmiddel. Natuurlijk gaat het om de wondermiddeltjes want voor trainingstechnieken heb je echt geen Italiaanse arts nodig.
