VNU zet in op internetfilmpjes
HAARLEM - Internetvideo heeft de toekomst, ook op de zakelijke markt. De vraag is alleen op welke manier het rendabel wordt.
,,Waar we het geld mee binnen moeten halen, weten we nog niet.'' Dat zegt bestuursvoorzitter Erik Hoekstra van het nieuwe VNU Media.
Het uitgeefconcern maakte afgelopen week bekend dat de naam VNU behouden blijft en heeft zijn strategie voor de komende jaren uit de doeken gedaan. De in december verkochte Europese tijdschriftentak van het voormalige VNU-concern, nu The Nielsen Company, gaat vanaf half april verder onder de naam VNU Media.
The Nielsen Company heeft de Europese bladen dit jaar aan investeringsmaatschappij 3i verkocht. In zijn nieuwe hoedanigheid wil VNU ook met internetvideo geld gaan verdienen.
Het nieuwe VNU wil zijn pijlen richten op spelers als Google, die vorig jaar videowebsite YouTube overnam. Een deel van de werknemers is geschoold in het maken van filmpjes, een videostudio is in gebruik genomen en de eerste filmpjes zijn op de websites van de bladen verschenen.
,,We zijn met video aan het experimenteren, niet meer dan dat. Een verdienmodel voor internetvideo is nog onduidelijk, maar YouTube zag ook niemand aankomen.'' De bedenkers van YouTube, Chad Hurley en Steve Chen, ontvingen 1,65 miljard dollar van Google.
Tot nu toe is er nog steeds geen winst gemaakt met YouTube, maar Google heeft er alle vertrouwen in. Zo ook Hoekstra. ,,Wat nu online wordt bekeken zijn vooral nieuws, seks en andere stiekeme filmpjes. De zakelijke markt waar wij in zitten met het grootste deel van onze bladen heeft die dingen niet. Maar wat er vandaag online niet is, kan er morgen wel zijn.'' Volgens Hoekstra zal steeds meer informatie de weg vinden naar het internet.
Maar hoe moet het grote geld dan binnengehaald worden met video? ,,Ik denk dat we dat nog niet weten'', meende Hoekstra. ,,We investeren in online video tot het juiste moment daar is om het ten volste te benutten. De ruimte is er voor VNU om op het juiste moment met die dingen aan de slag te gaan.''
Dit betekent echter niet dat VNU nu print opgeeft en alle omzet uit online activiteiten wil halen. ,,Er zal altijd ruimte zijn voor gedrukte informatie'', aldus Hoekstra. Nu wordt nog 70 procent van de omzet van het bedrijf uit print gehaald, maar dat aandeel wil Hoekstra in 2009 teruggebracht hebben tot 50 procent.
De uitgever leeft al sinds de verkoop van een groot deel van zijn publieksbladen in 2001 voornamelijk van adverteerders. Voor de inzet op internet heeft VNU een afdeling Online opgezet, die adverteerders naar de internetsites wil halen. ,,In feite ben je jezelf als uitgever dan aan het kannibaliseren. Maar internet heeft wel de toekomst, dus dat moet je durven.''